Commissie neemt de leiding in verduurzamen Europees vastgoed
Verduurzaming Brussel neemt de leiding bij de verduurzaming van vastgoed in de EU. Lidstaten moeten ambitieuze renovatieplannen indienen, waar de Commissie hen aan gaat houden.
Leestijd 3 minuten
De Europese Commissie die ingrijpt zoals tv-presentator John Williams in Help Mijn Man is Klusser? Duurzaamheidsanalist Arjan van Eijk van vastgoedadviseur Colliers moet om de vergelijking lachen: „Ik snap wat je bedoelt, Brussel pakt echt de leiding.” Bij de presentatie van de herziene Europese wetgeving voor de duurzaamheid van gebouwen, woensdag, bleek dat de Europese Commissie nadrukkelijk de rol van aanjager kiest in de renovatie van bestaand vastgoed.
Vicevoorzitter Frans Timmermans kwam met een stevig pakket deadlines en maatregelen, die erop gericht zijn de komende jaren de slechtst geïsoleerde 15 procent van alle gebouwen in de EU energiezuiniger te maken. De lidstaten, die vanaf 2025 aan de aangescherpte voorwaarden moeten voldoen, kunnen daarvoor rekenen op tientallen miljarden euro’s uit verschillende Europese fondsen.
In de Europese Green Deal – het grote maatregelenpakket dat Europa groener moet maken – is als doel gesteld dat in 2050 alle gebouwen in de EU klimaatneutraal zijn. Dat wil zeggen: alle huizen, kantoren, stations en winkelpanden moeten zo efficiënt zijn dat de energie die nodig is voor verlichting, verwarming of airconditioning uit hernieuwbare bronnen kan worden opgewekt. Netto dus geen CO2-uitstoot bij gebruik.
Renoveren is volgens de Commissie de meest voor de hand liggende optie; 85 tot 95 procent van de huidige gebouwen staat er naar verwachting in 2050 ook nog.
In de woensdag gepresenteerde wetgeving stelt de Commissie een ondergrens, en draait de duimschroeven daarna verder aan. Om te voorkomen dat appels met peren worden vergeleken in lidstaten, komt er een Europees energielabel waarin vanaf 2027 de energieprestatie van elk gebouw in de EU inzichtelijk moet zijn.
Van G naar F naar E
De slechtste 15 procent krijgt het energielabel G mee. Deze gebouwen moeten uiterlijk in 2030 dusdanig zijn verbouwd dat ze voor een F in aanmerking komen. In 2033 moet de F dan een E zijn geworden. Vorig jaar hadden in Nederland nog 178.400 woningen label G en 207.200 label F. „Denk aan lekkende daken en muren, vochtige huizen en dergelijke”, aldus Van Eijk, die eraan toevoegt dat het daar wel bij zal blijven. „De Nederlandse kantoorvoorraad voldoet al lang aan een hoger label.
Vanaf 2027 mogen lidstaten daarnaast geen subsidie meer verstrekken voor boilers die werken op fossiele brandstof. En vanaf 2030 moet elk nieuw gebouw volledig CO2-neutraal zijn. Voor overheidsgebouwen gelden strengere deadlines: die moeten drie jaar eerder aan de eisen voldoen.
Brussel wil niet allen regels opleggen, maar ook afdwingen dat ze worden nageleefd. Lidstaten moeten vanaf 2024 in nationale bouwplannen verantwoorden wat hun bouw- en renovatieplannen zijn en hoe ze die gaan halen. De vijfjaarlijkse bouwplannen worden onderworpen aan inspraakrondes, waarbij maatschappelijke instellingen en lokale en regionale overheden hun mening mogen geven. De Commissie houdt de druk erop; de nationale bouwplannen moeten elke vijf jaar worden besproken. Van Eijk: „De gamechanger is hier wel dat Brussel echt de regie pakt en tegen lidstaten zegt: nu is het genoeg geweest. Dit moet sneller.”
Openbare data
Een ander belangrijk doel van de nieuwe wetgeving is inzichtelijk te krijgen hoeveel energie gebouwen verbruiken. Naast de nieuwe energielabels moet met behulp van data duidelijk worden hoeveel energie panden verbruiken. „Vergelijken van energieprestaties is nu nog heel moeilijk. Energiebedrijven werken daar bijvoorbeeld niet aan mee. Dat gaat echt veranderen”, aldus Van Eijk. „Lidstaten moeten veel meer data, zoals van daadwerkelijk energiegebruik, gaan delen in openbare energielabel-databases. De Commissie hoopt dat daarmee inzichtelijk wordt wat het effect is van verduurzaming, en dat vastgoedbeleggers daarna het initiatief nemen verder te investeren in duurzaamheid.”
Nog een belangrijk verschil bij de nieuwe energielabels zit hem in wát precies wordt gemeten. Bij de huidige labels wordt het verbruik nog geschat op basis van de bouwtekening. Vanaf 2027 wordt er ook naar de stroommeter gekeken.
„Het wordt voor jou als vastgoedeigenaar ineens ook relevant wat je huurder allemaal doet”, zegt Van Eijk. „Als een huurder enorm veel energie verbruikt in jouw pand, gaat dat ook invloed hebben op je energielabel.”
De Commissie koppelt de verbouwingseisen ook aan andere doelen uit de Green Deal, zoals die voor mobiliteit. Hierbij wordt vol ingezet op de elektrische auto en de fiets. Wie een kantoor met vijf parkeerplaatsen bouwt of verbouwt, moet vanaf 2027 bijvoorbeeld één laadpaal plaatsen voor elke twee parkeervakken. Nieuwe kantoren moeten voor alle parkeervakken verplicht stroomvoorzieningen aanleggen voor toekomstige laadpalen. Ook moet het aantal parkeerplekken voor fietsen gelijk zijn aan dat voor auto’s.
Hulp aan armere huishoudens
De financiering van de plannen is al even ambitieus als de renovatieplannen zelf. Voor een groot deel moeten die bekostigd worden uit het nog op te richten ‘sociaal klimaatfonds’. Dat fonds moet gevuld worden met extra opbrengsten van de handel in CO2-rechten en zal in de Commissieplannen 144 miljard euro omvatten. Daarvan moet de helft gereserveerd worden voor de renovatieplannen. Dit geld is bedoeld voor armere huishoudens, die vaker in slecht geïsoleerde huizen wonen, een relatief hoge energierekening hebben ten opzichte van hun inkomen, en renovatie minder makkelijk kunnen betalen.
De toekomst van een dergelijk klimaatfonds is overigens nog onzeker: een aantal lidstaten, waaronder Nederland, voelt er weinig voor. Zij willen de extra opbrengsten van CO2-rechten zelf kunnen uitgeven, en hebben liever niet dat het geld op Europees niveau wordt herverdeeld.
Er wordt ook een bedrag beschikbaar gesteld uit het Europese herstelfonds, dat werd opgericht in reactie op de coronacrisis. Van de circa 800 miljard uit dat fonds zouden lidstaten in totaal zo’n 61 miljard kunnen gebruiken voor de renovatieplannen.
Nederland maakt in principe aanspraak op 6 miljard uit het herstelfonds, maar heeft (als enige lidstaat) nog geen plan ingediend.